20121111-calvijnHet verhaal van Kerkelanden in november 2012 met Calvijn in de hoofdrol.

Na de eerder behandelde kerkvaders, een project wat tot het 50-jarig bestaan van de wijk (2017) gaat duren nu dus Calvijn. Ik ben nieuwsgierig naar wie hij is geweest. In de Waaier wordt zijn leven verbeeld in zeven fragmenten.

Maar eerst een korte impressie over de eerste schoolactiviteiten in onze wijk. Met de bus naar de Bavinckschool aan de Bosdrift, zo begon het. Met het vorderen van de bouw komen basisscholen en middelbare scholen dichterbij. Zoals het nu is zijn er ook weer veel van die scholen verdwenen. Namen die passeren zijn: St. Jansschool, Jan van Zutphenschool, Zonnestraaltje, Goudenregenschool, Dieperinckschool, Augustinusschool, Kardinaal de Jongschool en mogelijk vergeet ik nog namen. Kunt u het nog volgen? Als u het hebt meegemaakt waarschijnlijk wel, maar voor een importbewoner is het verwarrend. Maar in het centrum van de wijk zijn altijd nog scholen te vinden.

En dan is het woord aan Ferdinand Borger met Tynka Luske aan de toetsen.

 

 

Het stuk is geschreven met het oog op het Calvijnjaar in 2009.

  • De eerste scene verhaalt het overlijden van Calvijns vader, Girard Cauvin. Het speelt zich af in1531 inFrankrijk. Dat geeft Calvijn (Jean Cauvin) de vrijheid om voor een studie letteren te kiezen in plaats van theologie en rechten, waarover zijn vader had beslist.
  • In de tweede scene (1536) is sprake van een nieuwe tijd. De kerk is verstikkend, men verlangt naar hervorming. Dus zoekt men door middel van Bijbelstudie, discussie en het schrijven van pamfletten naar gerechtigheid en eenvoud. Calvijn wordt gezocht in verband met zijn geschriften en vlucht naar Basel.
  • Hier (derde scene, 1538) schrijft hij een boek, ‘De onderwijzing’, dat moet aantonen dat het geloof van de oude apostelen prima is. De huidige regels zijn door de kerk gemaakt en die keurt hij af. Zijn doel is naar Straatsburg te gaan, maar hij belandt in Genève en blijft daar om er predikant te worden. De geloofsbelijdenis ontstaat er, maar het stadsbestuur protesteert tegen deze Reformatie en Calvijn moet Genève binnen drie dagen verlaten.
  • Scene vier (1538): Hij is in Straatsburg waar zijn beste vriend hem beschuldigt van verkeerde bedoelingen op geloofsgebied. De vriendschap loopt stuk en Calvijn gaat na aandringen van een andere vriend op zoek naar een vrouw. Hij treft een weduwe, haar man stierf aan de pest. Het huwelijk is in 1540. Hij weet met acceptabele argumenten het bezoeken van pestlijders te voorkomen, wat anders zijn dood had betekend. Zijn roeping is om te werken in Genève.
  • Scene vijf. Hij heeft een haat/liefdeverhouding met Genève. Het volk heeft moeite met zijn zienswijze, wil eigen regels stellen. Calvijn hamert erop dat de mens afhankelijk is van God. Hij krijgt een zoon die bij de geboorte sterft, een te groot verdriet voor zijn vrouw. Zij wordt ziek en sterft na zeven jaar. Daarna blijft Calvijn alleen om zich aan God te wijden.
  • Scene zes. Hij ontmoet een arts die hem van zijn reformatorische denkbeelden over de Drie-eenheid wil afhalen. Calvijn noemt het vuilspuiterij. Er wordt fel geschreven en terug geschreven. Zijn opruiend gedrag om de kerk te vernietigen heeft de arts in de gevangenis doen belanden. Hij is veroordeeld tot de brandstapel. Calvijn probeert hem te redden, maar het baat niet en het vonnis wordt voltrokken.
  • Laatste scene. Calvijn gaat sterven, maar is zich bewust van de gedachte die hij heeft gezaaid onder de mensen. Men ziet uit naar een nieuwe tijd, men verlangt naar eenvoud voor God. Maar hij ziet ook tekenen van het tegendeel in de praktijk van alle dag. Hij is niet bang om dood te gaan. ‘Ik sterf, maar val in Uw handen’.

Maria P. Kruithof-Stoutjesdijk